Welke gemeente is de eerste?

Ongeveer een jaar geleden heeft Spring Up een nieuwe variant van jeugdhulp beschreven: het krachtgezin. In onze blog van maart 2019 is de relevantie van het professionele gezin uiteengezet. Een professioneel gezin is in staat om via een horizontale verbinding met een vragend gezin uithuisplaatsingen te voorkomen.

Waar staan we nu?
Heel feitelijk heeft Spring Up op dit moment een intentieovereenkomst met drie geworven krachtgezinnen: in De Glind (Gld), Renkum (Gld) en Nietap (Dr). Een vierde gezin zit in het selectieproces. De gemeente Ede, Arnhem, Heerde en Westerkwartier staan ieder op hun eigen manier open voor de inzet van krachtgezinnen.

Spring Up hoort sinds november tot de Professionele Leergemeenschap (PGL) van de Chr. Hogeschool Ede. Deze hogeschool is sinds kort met een eerste onderzoek gestart uit een serie. Het zal daarmee de werkzame factoren van een krachtgezin onder de loep nemen.

Zorgaanbieder Entrea Lindenhout staat ervoor open om als tussenpersoon een rol van betekenis te spelen. Het gaat dan om de situatie dat een gemeente met Entrea Lindenhout een contract heeft. En waarbij deze gemeente geen krachtgezin kan bekostigen, omdat het niet past in de financiële constructie.

Ook is er de nodige aandacht geweest in de media:  vooral die van twee vakinhoudelijke platforms zijn van belang: Zorg + Welzijn en Huiselijkgeweld.nl.

Hoe is het proces sinds een jaar geleden verlopen? Want dat vraagt toch wel om reflectie; zowel voor Spring Up als voor partijen die te maken hebben gekregen met deze nieuwe jeugdhulpvariant. Laten we bij onszelf beginnen.

Spring Up
We hebben ontdekt, dat het om veel investeren vraagt. Veel ritjes, veel gesprekken met diverse medewerkers: van managers tot wijkcoaches tot ouders die een vorm van jeugdhulp ontvangen.

De samenwerking is gevonden met een aantal direct ondersteunende partijen zoals De Gezonde Balans, Coopmans Advies en Dumas.IT. De eerste als partner in het selectieproces van Spring Up, de tweede om een gedegen business case te ontwikkelen en de derde om de juiste AVG-proof ICT-ondersteuning te bieden voor de krachtgezinnen.

We hebben een keer een vormfout gemaakt in de begeleiding. In Arnhem was er een vragend gezin die open stond voor een krachtgezin. Maar omdat bij het eerste kennismakingsgesprek niemand van Spring Up of het wijkteam zat, liep het mis. Het vragend gezin stond het water aan de lippen.

Er was daarom eigenlijk geen ruimte meer voor een ‘gewone’ kennismaking. De krachtgezinouders werden getrokken in de ‘dynamiek van de behoefte’. Dit maakte dat de krachtgezinouders in dat eerste gesprek al sterk werden overvraagd. Zo sterk, dat het niet meer constructief was. Als er een derde partij bij had gezeten, had deze kaders geboden. Vervolgens kon er relatief eenvoudig worden verkend of het krachtgezin en het vragende gezin een ‘klik’ ervoeren.

Bij een positieve uitkomst, zou daarna met de wijkcoach worden verkend wat de randvoorwaarden zijn voor een begeleidingstraject. Dat doen we de volgende keer dus anders. Dan zal Spring Up of de wijkcoach bij dat eerste kennismakingsgesprek zitten.

Gemeenten
Gemeenten zijn een verhaal apart. Ondanks dat er een tekort is aan jeugdhulpmiddelen en een toename van uithuisplaatsingen, zien veel ambtenaren vaak niet de noodzaak van een inhoudelijk veelbelovend concept. Zij staan te ver af van de praktijk en van de inhoud om de urgentie te ervaren. Veel ambtenaren vallen ook terug op beheersing van de kosten, waardoor er alleen gebruik kan worden gemaakt van gecontracteerde zorgaanbieders.

Soms is een gemeente onvoorspelbaar. Na een aantal constructieve gesprekken, wilde de betreffende gemeente de randvoorwaarden bespreken van een pilot. Een afspraak daarvoor stond al in de agenda’s. Nog voordat dit gesprek er kwam, trok de gemeente het gesprek weer in met als reden dat deze hulpvariant zich toch eerst moet bewijzen.

Maar er zijn ook gemeenten die het de moeite waard vinden om het te proberen. De gemeente Ede heeft het zelfs openlijk omarmd en is een pilotperiode ingegaan. Voor de gemeente Ede zijn twee krachtgezinnen geworven. Nu zal de hulpverlening in Ede het nog moeten omarmen. Dat is altijd een spannende.

De bestaande hulpverlening
Bestaande hulpverlening is over het algemeen behoudend. Het vraagt soms heel veel gesprekken om vragende gezinnen op een andere manier te benaderen. Bij de een valt het kwartje direct. Bij veel anderen is de lange adem nodig.

Wat hier meespeelt, is dat krachtgezinnen per definitie niet vanuit een zorgaanbieder werken, maar op ondernemende basis. Juist om het vragende gezin meer het gevoel van veiligheid te geven.
Een zorgaanbieder is groot en kent veel professionals, die zich met een vragend gezin kunnen bemoeien. Voor een vragend gezin kan dat (ookal is dat niet de bedoeling) bedreigend overkomen: het calimero-effect.

Het moet gezegd, er zijn gelukkig hulpverleners die het wel direct omarmen en er ook iets mee willen.

Hogeschool Ede
De Christelijke Hogeschool Ede is inmiddels met een eerste onderzoek uit een serie gestart. Omdat er nog geen ervaring is met een traject van een krachtgezin, zou je kunnen stellen dat er met een vooronderzoek wordt begonnen. Wat zijn de werkzame factoren van ambulante hulpverlening en wat zijn de grenzen van de mogelijkheden van ambulante hulp? Kan een krachtgezin in theorie aanvullend zijn?

Welke gemeente begint?
De vraag is welke gemeente als eerste een traject gaat ervaren met een krachtgezin? Ede is de hofleverancier, maar ook Wageningen, Renkum, Arnhem, Overbetuwe, Barneveld en Westerkwartier maken kansen. We gaan het snel genoeg merken.

 

Professioneel gezin voorkomt definitieve uithuisplaatsingen

 

Stel ik ben een vader van een gezin, dat door een veelvoud van problemen in zwaar weer zit. Ik zou ik me dan schuldig voelen. Ik voel me onmachtig. Ik schaam me voor het feit, dat ik niet goed zorg voor mijn levenspartner, kinderen en mijn huishouden. Natuurlijk hoor je mij dat niet snel zeggen.

Tegen de achtergrond van het NRC-artikel op 1-3-19: ‘Te vaak is de jeugdzorg zélf die kinderen beschadigt.’

Professioneel gezin voorkomt definitieve uithuisplaatsingen

Het gezin als ambacht in een familietraditie

Stel ik ben een vader van een gezin, dat door een veelvoud van problemen in zwaar weer zit. Ik zou ik me dan schuldig voelen. Ik voel me onmachtig. Ik schaam me voor het feit, dat ik niet goed zorg voor mijn levenspartner, kinderen en mijn huishouden. Natuurlijk hoor je mij dat niet snel zeggen.

Als ik het dan toch open gooi, zal ik het als een stevige drempel ervaren om iets aan te nemen van een toegewezen ambulant hulpverlener of een casemanager zorg. Als het moet, dan moet het. Maar het voelt kunstmatig. Opvoeden en een gezin onderhouden is en blijft ambacht.

Schoenmaker
Laatst sprak ik een schoenreparateur in onze Arnhemse binnenstad. Een ambacht dat dreigt te verdwijnen. Laten we er eens vanuit gaan, dat ik de schoenmaker ben en op een of andere manier geen goed werk aflever. De klanten zijn ontevreden, want de gerepareerde schoenen, zijn als snel weer kapot.

Dan zou het vreemd aanvoelen als de Arnhemse ondernemersvereniging mij een adviseur toewijst, die in de beperkte aantal uren mij gaat vertellen hoe ik het anders kan aanpakken.

Het is namelijk een vak, dat ik vanuit familietraditie heb overgenomen van mijn (voor)ouders en hoop weer door te geven aan één van mijnkinderen. Zelfs al zou de adviseur een opleiding schoenreparatie hebben gevolgd, zou ik toch beperkt begrepen worden.

Schoenmaker voor schoenmaker
Prettiger is, als ik als schoenmaker kan kiezen uit een aantal andere schoenmakers, die ook in een familietraditie werken en goede resultaten boeken. Dat ik vooral met hén in gesprek kan komen en dat zij mij de kneepjes van het vak (helaas nogmaals) bijbrengen.

Ik moet natuurlijk wel over een stukje trots heenstappen en een klik hebben met de vakgenoot. Vandaar dat het fijn is, als ik er één kan uitkiezen. En misschien kan die collega zelfs wel iets van mij leren, ook al staat dat niet op de voorgrond.

Schapen maken schapen,
mensen mensen,
instituties instituties,
hulpverleners hulpverleners,
en gezinnen maken gezinnen

Gezin voor gezin
Als we bovenstaande situatie vergelijken met ‘mijn’ gezin waarvan de draaglast hoger is dan de draagkracht, dan heb ik in Nederland gezien, dat er bijvoorbeeld steungezinnen zijn. Sterke gezinnen, die dit doen op basis van vrijwilligerswerk. Dat is heel mooi.

Onder meer in de gemeente Apeldoorn wordt hiermee gewerkt. Of kijk eens op www.buurtgezinnen.nl of naar de gastgezinnen van Stichting WESP. Toch zullen er thema´s of een stapeling van problemen kunnen zijn, die voor het steungezin te pittig  zijn om echt iets in ´mijn´ situatie te betekenen.

Profs
Je zou ook kunnen denken aan een gezin waarvan de ouders professionele opvoeders zijn. Dat voelt al wat steviger. Dit zijn mensen, die aanspreekbaar zijn op methodisch handelen. Ze hebben korte lijnen met andere professionals in de zorg. Kunnen actief ruggenspraak houden met onder meer een gedragswetenschapper.

De professionele ouders eten met ons spaghetti en ondersteunen mij bij mijn opvoedvragen. Zo’n gezin zou mijn eigen kinderen tijdelijk op kunnen vangen als ik op zoek ga naar werk en mijn vrouw therapie volgt. Een midweek opvang bijvoorbeeld. Stel ik heb vier kinderen. Die zijn echt niet de makkelijkste.

“Verder is vooral onze wasmachine vaak stuk.”

  • Mijn kinderen zijn gediagnostiseerd met ADHD en ASS-problematiek.
  • Eén heeft suikerziekte.
  • Een ander is licht verstandelijk beperkt.
  • Mijn vrouw wordt behandeld tegen een trauma vanwege haar vader die
    alcoholist was.
  • Zelf geef ik te makkelijk geld uit. “Geld moet rollen”, zeiden mijn
    ouders altijd.
  • Verder is vooral onze wasmachine vaak stuk.

Nu heb ik gelezen dat er zorgaanbieders zijn, die gezinshuizen hebben die tijdelijke opvang bieden. Noem het deeltijdgezinshuizen. De gezinshuisouders kunnen ondersteuning bieden aan ‘mij’ als ‘probleem’ouder en mijn kinderen gedeeltelijk opvangen. Wat mij daarbij echter opvalt, is dat er alsnog ambulante hulpverleners zijn, die regie voeren en dat de kinderen onder de verantwoordelijkheid gaan vallen van de zorgaanbieder.

Gezag is aantrekkelijk
Het lijkt alsof het gezag van mij of de professionele opvoeder, wordt ondergraven als ambulante hulpverleners gaan bepalen. Ik zou het prettiger vinden, als ik vooral met de opvoeders te maken had. Dat zíj leidend zijn en coachend. In dat geval stijgt mijn respect. Ik neem eerder iets van hen aan. Volgens mij is het ook nog goedkoper.

Waar vind ´ik´ professionele gezinnen?
Zouden professionele gezinnen zichzelf op hun eigen manier kunnen laten zien op een toegankelijke website of tijdens een ontmoetingsmiddag? Op die manier kunnen zij zich ook laten zien aan mijn gezin, dat echt op de rand van de ‘afgrond’ zit. En we willen kiezen, want het moet wel klikken.

2GetThere is een organisatie die werkt met jongerencoaches die niet heel veel ouder zijn, dan de jongeren die in de knel zitten. Coaches die zelf ook ervaren hebben, hoe uit de sores te komen. Jongeren kunnen onder andere vanaf een website kiezen welke coach hen het meest aanspreekt. Misschien werkt deze vorm ook wel voor een gezin in de knel die een professioneel gezin zoeken.

Kwaliteit
Professionele gezinnen zullen geworven en gescreend moeten worden en in een kwaliteitskader mogen vallen. Er zijn werkenden met een pedagogische achtergrond, die zich meer op gezinszorg willen richten, maar waarbij een gezinshuis een stap te ver is. De kinderen van iemand anders langdurig in je gezin opnemen is tenslotte een enorme verantwoordelijkheid. Een ´professioneel gezin´ is qua vorm dan misschien wél passend.

Wie doet mee?
Op inhoud en randvoorwaarden is het mogelijk om professionele gezinnen bestaansrecht te geven: als sociaal ondernemers die een direct contract hebben met de gemeente. Het is de meest veilige optie voor de hulpvrager. De vragende ouder hoeft namelijk niet het gevoel te krijgen ‘op te moeten boksen’ tegen een grote zorgorganisatie. En er zijn geen overheadkosten mee gemoeid.

Ik ben deze variant in de
jeugdzorg en WLZ nog niet tegengekomen. Zijn er partijen, die met mij een pilot
willen opzetten om deze professionele gezinnen te werven, te selecteren en een preventieve
factor te laten worden in de jeugdzorg?

schrijver: Salvo D’Agata van Spring Up

Bronnen
afbeeldingen:

Privacy Settings
We use cookies to enhance your experience while using our website. If you are using our Services via a browser you can restrict, block or remove cookies through your web browser settings. We also use content and scripts from third parties that may use tracking technologies. You can selectively provide your consent below to allow such third party embeds. For complete information about the cookies we use, data we collect and how we process them, please check our Privacy Policy
Youtube
Consent to display content from - Youtube
Vimeo
Consent to display content from - Vimeo
Google Maps
Consent to display content from - Google